ECLI:NL:RBDHA:2023:18909
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten en wijziging voorgevel zonder vergunning
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023, beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer. Het college had verzoekers een last onder dwangsom opgelegd met betrekking tot de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten en het zonder omgevingsvergunning wijzigen van de voorgevel van hun woning. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om schorsing van het besluit tot zes weken na de beslissing op het bezwaar.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld en geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang aanwezig is. Ten aanzien van de tijdelijke huisvesting was de begunstigingstermijn al verstreken en de argumenten van verzoekers, waaronder financiële bezwaren, werden niet als voldoende spoedeisend beschouwd. Ook het belang van de bewoners om niet op straat te komen te staan, werd niet als een persoonlijk belang van verzoekers gezien.
Wat betreft de wijziging van de voorgevel, verklaarde het college ter zitting dat de begunstigingstermijn voor deze overtreding werd verlengd. Hierdoor ontbrak ook hier een spoedeisend belang voor de voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, maar oordeelde dat het college het griffierecht en proceskosten aan verzoekers moest vergoeden, omdat het college tegemoet was gekomen aan de verzoekers door de begunstigingstermijn te verlengen. De totale proceskostenvergoeding bedroeg € 1.674,-. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.