In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de door het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer verleende omgevingsvergunning voor het kappen van twee Canadese populieren aan de Van Stolberglaan in Zoetermeer. Het college heeft op 13 september 2023 deze vergunning verleend, maar verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om schorsing van het besluit tot zes weken na de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 november 2023 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het college onvoldoende heeft aangetoond dat er een verwijderingsbelang is voor de bomen. De bomen zijn 55 jaar oud en de rapportages over hun veiligheid zijn niet overtuigend. Verzoeker heeft een contra-expertise overgelegd die stelt dat de bomen nog een toekomstverwachting van vijf tot tien jaar hebben met regulier onderhoud. De voorzieningenrechter concludeert dat de twijfel aan de rechtmatigheid van de verleende omgevingsvergunning zwaarder weegt dan het belang van het college om de vergunning te handhaven. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en wordt het besluit van 13 september 2023 geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar.
De voorzieningenrechter wijst ook op de proceskosten, die door het college aan verzoeker moeten worden vergoed, inclusief de kosten voor rechtsbijstand en de ingeschakelde deskundige. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. van der Ven, in aanwezigheid van griffier mr. D.W.A. van Weert, en is openbaar uitgesproken op 1 december 2023.