In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1988 en van Oezbeekse nationaliteit, had op 18 mei 2022 een aanvraag ingediend, maar deze werd op 15 september 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 17 oktober 2023 behandeld. Eiser stelde dat hij bedreigd werd door een criminele organisatie, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht twijfelde aan de geloofwaardigheid van zijn relaas. Eiser had summier verklaard over de bedreigingen en er was geen bewijs van fysieke confrontaties. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij een reëel risico op ernstige schade liep bij terugkeer naar Oezbekistan. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvraag op goede gronden had afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.