ECLI:NL:RBDHA:2023:18962

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
NL23.5775
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Russische nationaliteit hebbende vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel verblijf als familie- of gezinslid bij een derde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 februari 2023 het bezwaar van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door verzoekster onder zaaknummer NL23.5774.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 1 mei 2023, waarbij zowel verzoekster als haar gemachtigde, mr. E.A. Tsjoepieva, aanwezig waren. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de hoofdzaak, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.5775

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Russische nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. E.R. Weegenaar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag van 7 mei 2020 voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] , ongegrond verklaard en is de afwijzing gehandhaafd.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (zaaknummer NL23.5774). Verder heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met zaaknummer NL23.5774, op 1 mei 2023 op zitting behandeld. Daaraan hebben deelgenomen: eiseres, haar gemachtigde mr. E.A. Tsjoepieva (die tijdelijk waarnam voor mr. E.R. Weegenaar), en de gemachtigde van de staatssecretaris. Tevens was een tolk aanwezig.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.5774, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.