ECLI:NL:RBDHA:2023:18962
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Russische nationaliteit hebbende vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel verblijf als familie- of gezinslid bij een derde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 februari 2023 het bezwaar van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door verzoekster onder zaaknummer NL23.5774.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 1 mei 2023, waarbij zowel verzoekster als haar gemachtigde, mr. E.A. Tsjoepieva, aanwezig waren. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de hoofdzaak, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.