ECLI:NL:RBDHA:2023:18974
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op aanvraag tot verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres op 14 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag tot verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiseres had op 24 januari 2023 een aanvraag ingediend, maar verweerder heeft pas op 25 januari 2023 een bevestiging van ontvangst gestuurd. De beslistermijn van 90 dagen is door verweerder met drie maanden verlengd, maar eiseres heeft op 28 juli 2023 verweerder in gebreke gesteld. Tot op heden is er geen besluit genomen, waardoor het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank vernietigt het niet-tijdig nemen van een besluit en draagt verweerder op om binnen twintig weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt een dwangsom van €100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van €7.500,-. De rechtbank stelt ook de bestuurlijke dwangsom vast op €1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken. Eiseres wordt in de proceskosten vergoed tot een bedrag van €418,50. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.