ECLI:NL:RBDHA:2023:18991

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
23/1796
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning voor familie en gezin

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een Nigeriaanse vrouw, had een aanvraag ingediend voor een reguliere verblijfsvergunning met als verblijfsdoel familie en gezin bij haar zoon, Owen Iyobosa Ovbiolokun. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 22 maart 2022 afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 16 februari 2023 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft verzoekster op 20 februari 2023 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

De rechtbank heeft het beroep, geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/1795, op 19 april 2023 behandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is verklaard en het bestreden besluit is vernietigd. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris is wel veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 837,-. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde is verleend.

De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/1796

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] ,, verzoekster,

V-nummer: [nummer] .,
van Nigeriaanse nationaliteit,
(gemachtigde: mr. J.M. Bell),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

1. Bij besluit van 22 maart 2022 (het primaire besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoekster van 8 februari 2022 om verlening van een reguliere verblijfsvergunning met als verblijfsdoel familie en gezin bij haar zoon Owen Iyobosa Ovbiolokun, afgewezen.
2. Bij het bestreden besluit van 16 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.
3. Bij beroepschrift van 20 februari 2023 heeft verzoekster beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van 16 februari 2023. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/1795. Tevens heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen de staatssecretaris te verbieden om verzoekster uit te zetten tot op het beroep is beslist.
4. Het beroep, geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/1795, is op 19 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, [naam] , de gemachtigde van eiseres, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 23/1795, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep is daarbij gegrond verklaard en het bestreden besluit is vernietigd. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de staatssecretaris wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- ( 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, met een waarde per punt van € 837,- en wegingsfactor 1).
Beslissing
De voorzieningenrechter:
-wijst het verzoek af;
-veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van
€ 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.