In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 10 maart 2023, is het beroep van eiseres, die een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) had ingediend, kennelijk gegrond verklaard. Eiseres had op 22 mei 2022 een aanvraag ingediend, waarover verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet tijdig had beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van zes maanden, die op 22 november 2022 afliep, was overschreden. Eiseres had verweerder op 13 december 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. Op 16 januari 2023 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft de gemachtigde van verweerder gehoord en geconcludeerd dat verweerder binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres is vrijgesteld van het betalen van griffierecht en heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 418,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.