ECLI:NL:RBDHA:2023:19012
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verwijzing naar verantwoordelijkheid Zwitserland
In de zaak tussen verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de rechtbank Den Haag op 23 februari 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 16 februari 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.2611). Tijdens de zitting was verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak (zaaknummer NL23.2611) al een beslissing genomen op het beroep van verzoeker, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.