ECLI:NL:RBDHA:2023:19022
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid België
In de zaak tussen verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 16 februari 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL23.2155). De voorzieningenrechter heeft op basis van de uitspraak in die andere zaak geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.