ECLI:NL:RBDHA:2023:19030
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet met BMA-advies
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag tot uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.S. Sewman, heeft op 26 januari 2023 een aanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen op 29 maart 2023. Eiseres heeft bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld, maar eiseres was niet aanwezig op de zitting op 24 oktober 2023.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op basis van het Bureau Medische Advisering (BMA) advies heeft kunnen besluiten dat eiseres in staat is om te reizen. Het BMA-advies concludeert dat er geen medische noodsituatie is en dat de psychische klachten van eiseres niet zo ernstig zijn dat uitstel van vertrek noodzakelijk is. Eiseres betwist de zorgvuldigheid van het BMA-advies, maar de rechtbank oordeelt dat het advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de staatssecretaris dit advies terecht heeft gevolgd.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier, en is openbaar gemaakt op 29 november 2023.