Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
Procesverloop
Maatregel van bewaring
Lichter middel en zicht op uitzetting
Ambtshalve toets
Conclusie
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Agayev, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 24 augustus 2023 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting op 6 september 2023, waarbij de eiser aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. K. Bruin.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris de maatregel van bewaring terecht had opgelegd, omdat de eiser zich niet op de voorgeschreven wijze in Nederland had bevonden en zich eerder aan het toezicht had onttrokken. De rechtbank concludeerde dat de zware gronden die aan de maatregel ten grondslag lagen, voldoende waren om aan te nemen dat er een risico bestond dat de eiser zich opnieuw aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank verwierp het argument van de eiser dat verweerder met een lichter middel had moeten volstaan, omdat de eiser niet had aangetoond dat hij bereid was om zelfstandig terug te keren naar Marokko.
De rechtbank heeft de maatregel van bewaring ambtshalve op rechtmatigheid beoordeeld en geen onregelmatigheden vastgesteld. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.