ECLI:NL:RBDHA:2023:19123
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het bestreden besluit van de staatssecretaris inzake asielaanvraag en procesbelang
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had op 4 september 2023 besloten om de asielaanvraag van eiser, ingediend op 14 mei 2023, niet in behandeling te nemen, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor deze aanvraag. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken, zoals op 10 november 2023 door de staatssecretaris is meegedeeld. De gemachtigde van eiser heeft op 17 november 2023 aangegeven geen contact meer te hebben met eiser. Volgens vaste rechtspraak mag worden aangenomen dat een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken, geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht in Nederland. Dit is alleen anders als de vreemdeling kan aantonen dat hij nog in Nederland verblijft en contact heeft met zijn gemachtigde.
Gezien de omstandigheden en het bericht van de gemachtigde, concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Daarom verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.