ECLI:NL:RBDHA:2023:19144
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van forfaitaire compensatie in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van een forfaitaire compensatie in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag beoordeeld. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.V. Hendriksen, heeft in beroep gegaan tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, dat op 20 december 2022 werd genomen. Eiseres ontving kinderopvangtoeslag voor de jaren 2010, 2011 en 2012, maar moest bedragen terugbetalen omdat de definitieve toekenningen lager waren dan de voorgeschoten bedragen. Eiseres verzocht om compensatie en een herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft dit afgewezen na een lichte toets.
De rechtbank heeft op 13 november 2023 de zaak behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig. De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor institutionele vooringenomenheid of hardheid van de zijde van de Belastingdienst. De rechtbank oordeelt dat de herzieningen van de voorschotten en de lagere definitieve vaststellingen gebaseerd waren op gegevens die door eiseres zelf waren verstrekt. Eiseres heeft geen concrete argumenten aangedragen die de juistheid van deze gegevens in twijfel trekken.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.