ECLI:NL:RBDHA:2023:19223

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
NL23.32061
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving

In de zaak met zaaknummer NL23.32061 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 november 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H. Drenth, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel, niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 31 oktober 2023, maar de verzoeker is niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak (NL23.32060) behandeld. In de uitspraak van diezelfde dag in zaak NL23.32060 is besloten dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, wat heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen is openbaar gemaakt op 13 november 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.32061
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker (gemachtigde: mr. H. Drenth),

en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 10 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.32060, op
31 oktober 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.32060, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
zaaknummer: NL23.32061
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 november 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.