ECLI:NL:RBDHA:2023:19426
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming
In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 december 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van 28 augustus 2023, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigde op 4 september 2023. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 november 2023 behandeld, samen met een samenhangende zaak. Tijdens de zitting waren de gemachtigden van zowel verzoeker als verweerder aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL23.25988, het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. Hessels, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.