ECLI:NL:RBDHA:2023:19548

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
NL23.31120 NL23.31122 NL23.31124
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herhaalde asielaanvragen van Moldavische Roma wegens onvoldoende bewijs van discriminatie en toekomstige risico's

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 7 december 2023 uitspraak gedaan in de zaken van verschillende eisers die herhaalde asielaanvragen hebben ingediend. De eisers, van Moldavische nationaliteit en van Roma-ethniciteit, hebben op 31 juli 2023 hun aanvragen ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 september 2023 zijn afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de beroepen op 23 november 2023 behandeld, waarbij de eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.

De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvragen beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van de eisers. De eisers hebben gesteld dat zij als Roma in Moldavië gediscrimineerd worden en dat de situatie voor hen onhoudbaar is. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat, hoewel er sprake is van discriminatie, de ernst van de situatie niet zodanig is dat dit leidt tot een asielvergunning. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eisers geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben aangedragen die hun situatie zouden kunnen veranderen.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvragen terecht heeft afgewezen. De vrees van de eisers voor toekomstige mobilisatie in het kader van de oorlog in Oekraïne is te onzeker om als reden voor asiel te dienen. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de besluiten van de staatssecretaris in stand blijven. De eisers krijgen geen proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.31120, NL23.31122 en NL23.31124

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam 1] , eiser 1V-nummer: [nummer 1] ,

[naam 2], eiseres
V-nummer: [nummer 2]
Mede namens haar minderjarige kinderen
[naam 3] ,en
[naam 4],
[naam 5], eiser 2
V-nummers: [nummer 3] ,
Gezamenlijk te noemen: eisers
(gemachtigde: mr. H.A.C. Klein Hesselink),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun herhaalde asielaanvragen.
Eisers hebben op 9 september 2021 asielaanvragen ingediend. De afwijzing van deze aanvragen bij twee afzonderlijke besluiten van 4 oktober 2021 is in rechte komen vast te staan. [1]
3. Eisers hebben op 31 juli 2023 herhaalde asielaanvragen ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvragen bij drie afzonderlijke besluiten van 25 september 2023 (de bestreden besluiten) in de algemene asielprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
4. De rechtbank heeft de beroepen op 23 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser 1, de gemachtigde van eisers, de gemachtigde van verweerder en mevrouw Faes als tolk.

Beoordeling door de rechtbank

5. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de herhaalde asielaanvragen van eisers. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
6. De rechtbank acht de beroepen ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het standpunt van eisers
7. Eisers stellen van Moldavische nationaliteit te zijn Zij hebben aan de aanvragen ten grondslag gelegd dat zij als Roma gediscrimineerd worden in Moldavië. Dat eiser 1 heeft verklaard dat zijn zoon op school niet warm werd onthaald moet worden gezien als onderschatting. De discriminatie is zo immens en genormaliseerd dat eisers dat niet meer als zodanig waarnemen. Ter onderbouwing hiervan parafraseren zij uit een rapport van Pro-Asyl [2] . Uit dit rapport volgt dat Roma in Moldavie in alle maatschappelijke opzichten aanzienlijke discriminatie ondervinden. Er is sprake van een discriminatie die zo structureel van aard is en is geïnstitutionaliseerd binnen de maatschappij en bij de overheid dat eisers als Roma niet meer normaal kunnen functioneren bij terugkeer. Verder is het gelet op de oorlog tussen Oekraïne en Rusland niet onaannemelijk dat Rusland op korte termijn ook Moldavië binnen zal vallen, waardoor eisers mogelijk worden opgeroepen voor militaire dienst.
Discriminatie vanwege etniciteit
8. In rechte is gelet op de vorige uitspraak al komen vast te staan dat eisers als Roma in Moldavië weliswaar worden gediscrimineerd, maar dat de ernst van de door eisers ondervonden discriminatie niet zodanig is dat zij daarom in aanmerking komen voor een asielvergunning. [3] Verweerder heeft terecht overwogen dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat daar nu wel vanuit moet worden gegaan. Daar heeft verweerder bij mogen betrekken dat eisers geen nieuwe omstandigheden naar voren hebben gebracht ten aanzien van hun eigen situatie en dat eiser 1 heeft verklaard dat de situatie niet is veranderd. [4] Ook heeft verweerder kunnen betrekken dat eiser 1 heeft verklaard dat zijn kinderen naar school kunnen gaan. [5] Ter zitting heeft verweerder zich verder terecht op het standpunt gesteld dat het rapport van Pro-Asyl dit niet anders maakt. Uit de geparafraseerde secties van het rapport blijkt geen andere of verergerde situatie dan die bij eisers’ eerdere beroepen is beoordeeld. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
Vrees voor (mobilisatie vanwege) de oorlog tussen Rusland en Oekraïne
9. De vrees van eisers dat de oorlog in Oekraïne ook naar Moldavië zal overslaan en de vrees dat eiser 1 en 2 in dat kader gemobiliseerd zouden kunnen worden, betreffen onzekere toekomstige gebeurtenissen. Dat eisers hierdoor in een situatie terecht kunnen komen die in strijd is met artikel 3 van het EVRM [6] , betreft een omstandigheid waarop de rechtbank niet vooruit kan lopen. Deze grond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

10. De staatssecretaris heeft de aanvragen terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de besluiten in stand blijven. Eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak van Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg van 23 december 2021, NL21.15957 en NL21.15958.
2.Het rapport van Pro-Asyl ‘Diskriminiert und Abgelehnt’, Kristina Holzapfel, februari 2022.
3.Per uitspraak van Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg van 23 december 2021, NL21.15957 en NL21.15958.
4.Het rapport gehoor opvolgende aanvraag van Eiser 1 van 21 september 2023, pagina 3.
5.Het rapport gehoor opvolgende aanvraag van Eiser 1 van 21 september 2023, pagina 5.
6.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.