In deze zaak heeft eiseres, afkomstig uit Marokko, beroep ingesteld tegen de Minister van Buitenlandse Zaken omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. De rechtbank heeft geen zitting belegd, aangezien dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat het beroepschrift pas kan worden ingediend nadat het bestuursorgaan in gebreke is gesteld en er twee weken zijn verstreken na ontvangst van de schriftelijke ingebrekestelling.
In dit geval eindigde de beslistermijn op 13 mei 2023. Eiseres heeft op 27 maart 2023 een ingebrekestelling gestuurd, maar op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. De rechtbank kan ook de hoogte van een eventuele dwangsom niet vaststellen, omdat het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank concludeert dat eiseres geen gelijk krijgt en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier M.M.A.F.C. Lienaerts, en is openbaar uitgesproken op 22 november 2023.