ECLI:NL:RBDHA:2023:196

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 januari 2023
Publicatiedatum
13 januari 2023
Zaaknummer
NL22.6921
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake rechtsmiddel in bestuursrechtelijke procedure

In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 januari 2023, wordt een eerdere uitspraak van 25 oktober 2022 gecorrigeerd. De zaak betreft een bestuursrechtelijke procedure waarin de eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Issa, zich richt tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had in de eerdere uitspraak ten onrechte vermeld dat er verzet kon worden aangetekend binnen zes weken. Dit was incorrect, aangezien de uitspraak zonder zitting was gedaan op basis van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is het mogelijk om hoger beroep in te stellen, zoals bepaald in artikel 8:104, eerste lid, onder a, van de Awb. De rechtbank heeft deze vergissing hersteld door de rechtsmiddelenclausule van de eerdere uitspraak te vervangen. De nieuwe clausule stelt dat tegen de uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking. Deze hersteluitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.6921

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M. Issa),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Overwegingen

1. In de uitspraak van 25 oktober 2022 met zaaknummer NL22.6921 heeft de rechtbank vermeld dat tegen de uitspraak binnen zes weken verzet kan worden gedaan bij de rechtbank. Dit is echter niet juist. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van artikel 8:104, eerste lid, onder a, van de Awb kan daarom hoger beroep worden ingesteld.
2. De rechtbank zal deze kennelijke vergissing herstellen op de hierna te melden wijze.

Beslissing

De rechtsmiddelenclausule van de uitspraak van 25 oktober 2022 wordt vervangen door:
“Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.”
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.