ECLI:NL:RBDHA:2023:19604
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser in het kader van de Wet WIA na bezwaar tegen de beslissing van het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 december 2023, betreft het een beroep van eiser tegen de beslissing van het UWV om hem een loongerelateerde WGA-uitkering toe te kennen met een arbeidsongeschiktheid van 62,42%. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, waarbij hij stelde dat zijn medische situatie niet correct was beoordeeld en dat hij meer beperkingen had dan het UWV had vastgesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 20 november 2023, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de aanvraag van eiser voor een WIA-uitkering correct heeft behandeld. Eiser was eerder werkzaam als personal advisor en had zich ziekgemeld, waarna hij een uitkering op grond van de Ziektewet ontving. Het UWV had na medisch en arbeidskundig onderzoek besloten dat eiser 62,42% arbeidsongeschikt was. Eiser betwistte deze beoordeling en voerde aan dat zijn klachten, waaronder zware pijnklachten en psychische problemen, niet adequaat waren onderkend.
De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts B&B zorgvuldig was uitgevoerd en dat er voldoende medische informatie was verzameld. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan de vastgestelde beperkingen te twijfelen en dat het UWV terecht had geoordeeld dat eiser in staat was om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg in zijn bezwaar tegen de beslissing van het UWV.