ECLI:NL:RBDHA:2023:19617

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
NL23.32463
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens onbekende verblijfplaats van eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 december 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. Dit besluit volgde op een eerdere melding dat eiser 'met onbekende bestemming' was vertrokken, wat later onjuist bleek te zijn. Eiser was op 30 november 2023 vertrokken en had sindsdien geen contact meer gehad met zijn gemachtigde, mr. B. Snoeij. De rechtbank concludeerde dat eiser kennelijk geen prijs meer stelde op asielrechtelijke bescherming, waardoor het procesbelang ontbrak. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32463
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

v-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. B. Snoeij),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Procesverloop

Bij besluit van 6 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Portugal verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2023 op zitting behandeld in Breda. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser is begin november 2023 ten onrechte gemeld als “met onbekende bestemming (mob) vertrokken”. Ter zitting heeft verweerder beaamd dat die melding onjuist was. Daarna is er een nieuwe mob-melding ontvangen waarin staat dat eiser op 30 november 2023 is vertrokken, en dat hij niet langer in de asielopvang verblijft. De gemachtigde van eiser heeft voorafgaande aan de zitting laten weten dat hij op 10 november 2023 contact met eiser heeft gehad. De rechtbank gaat ervan uit dat daarmee is bedoeld dat dit zijn laatste contact met eiser was. Gemachtigde heeft verder aangegeven dat hij op dit moment geen contact met eiser heeft kunnen krijgen. Eiser is niet op zitting verschenen en zijn huidige verblijfplaats is niet bekend.
2. Uit dit alles leidt de rechtbank af dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming en op beoordeling van dit beroep. Daarmee is het procesbelang komen te ontbreken en is het beroep niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 december 2023 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.