Op 25 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiseres, een Somalische vrouw, de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft het beroep op 8 december 2023 behandeld, waarbij eiseres in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde aanwezig was. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en de zaak beoordeeld.
De staatssecretaris heeft de maatregel van bewaring gemotiveerd door te stellen dat er een concreet aanknopingspunt is voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en dat er een significant risico bestaat dat eiseres zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiseres heeft betoogd dat de zware gronden voor de maatregel onterecht zijn en dat zij met een geldig visum Europa is binnengekomen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres zich in het verleden aan het toezicht heeft onttrokken en dat zij niet op de juiste wijze Nederland is binnengekomen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een lichter middel dan bewaring op te leggen, gezien de omstandigheden van de zaak. De staatssecretaris heeft voldoende voortvarend gehandeld in de overdracht van eiseres en er zijn geen bijzondere omstandigheden die een afwijking van de gangbare procedure rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.