ECLI:NL:RBDHA:2023:19638

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
C/09/647228/KG RK 23-597
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 12 mei 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen in de zaak van Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie Denk tegen een gedaagde. Het verzoek werd ingediend door mr. C.W.D. Bom, de rechter belast met de behandeling van de hoofdzaak. De rechter had eerder bemoeienis gehad met de zaak, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verschoningsverzoek. In de procedure is vastgesteld dat een verschoningsverzoek niet ter zitting hoeft te worden behandeld, wat in dit geval ook niet is gebeurd. De rechter heeft aangevoerd dat er een schijn van partijdigheid zou kunnen ontstaan, wat de basis vormde voor het verzoek. De verschoningskamer heeft geoordeeld dat het verzoek terecht is ingediend om de schijn van partijdigheid te vermijden. De beslissing houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De verschoningskamer heeft ook bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van het indienen van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2023/7
Zaak-/rekestnummer: C/09/647228 / KG RK 23-597
Beslissing van 12 mei 2023
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. C.W.D. Bom,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 10448441 RL23-6339 van:
Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie Denk,
gevestigd te Den Haag,
eiser,
bijgestaan door mr. U. Karatas, advocaat te Rotterdam,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
bijgestaan door mr. J.S. Jordan, advocaat te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 12 mei 2023.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☒ de rechter heeft eerdere bemoeienis gehad met de zaak met deze procespartijen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 12 mei 2023 door mrs. M.J. Alt-van Endt,
S.M. Krans en A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van de griffier.