ECLI:NL:RBDHA:2023:19639
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de ophouding op grond van artikel 50, derde lid, van de Vw 2000
Op 24 november 2023 om 08:00 uur is eiser opgehouden op grond van artikel 50, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), aansluitend op zijn strafrechtelijke detentie. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze ophouding en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 8 december 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
Eiser betoogt dat de staatssecretaris niet voortvarend heeft opgetreden en dat de ophouding daarom niet rechtmatig kan worden geacht. Hij stelt dat de staatssecretaris al tijdens zijn strafrechtelijke detentie had moeten overgaan tot het horen van hem in het kader van een mogelijke inbewaringstelling. De rechtbank volgt eiser hierin niet, omdat de staatssecretaris hiertoe niet verplicht is. De ophouding is bedoeld om de staatssecretaris de tijd te geven om zorgvuldig af te wegen of hij al dan niet tot een inbewaringstelling overgaat, of dat een lichter middel meer aangewezen is. In dit geval heeft de staatssecretaris besloten om eiser niet in bewaring te stellen, maar hem de mogelijkheid te geven om in Ter Apel een asielaanvraag in te dienen.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. V. Vegter, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.