ECLI:NL:RBDHA:2023:19729
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag op basis van Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 5 september 2023 niet in behandeling genomen, omdat Zweden volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft op 26 september 2023 zijn beroep behandeld, maar heeft zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en vastgesteld dat hij geen gronden heeft ingediend om zijn beroep te onderbouwen, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld. De rechtbank heeft eiser op 11 september 2023 gewezen op het verzuim en hem de kans gegeven om dit te herstellen, maar hij heeft enkel een verzoek om aanhouding ingediend zonder verdere toelichting.
De rechtbank wijst het verzoek om aanhouding af, omdat eiser onvoldoende heeft toegelicht waarom hij deze stukken nodig heeft en niet heeft aangetoond dat de asielaanvraag onterecht is afgewezen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser niet heeft voldaan aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is op 5 oktober 2023 openbaar gemaakt.