ECLI:NL:RBDHA:2023:19746

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
NL23.28699
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar Dublin-regelgeving

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, een moeder en haar minderjarige kind, hebben een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Tsjechië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-regelgeving. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 september 2023 behandeld, waarbij verzoekers zijn bijgestaan door een waarnemer van hun gemachtigde, mr. D.W.M. van Erp, en een tolk, A. Karim. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A.R.J. Maas. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.28698, behandeld, die betrekking had op hetzelfde onderwerp. De voorzieningenrechter heeft in die zaak uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 26 oktober 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.28699
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V nummer 1] , verzoekster mede namens haar minderjarige kind:
[minderjarige], V-nummer: [V nummer 2] , gezamenlijk: verzoekers (gemachtigde: mr. D. van Elp),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A.R.J. Maas).

Procesverloop

Bij besluit van 12 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Tsjechië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.28698, op
26 september 2023 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door de waarnemer van hun gemachtigde, mr. D.W.M. van Erp. Als tolk is verschenen A. Karim. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.28698, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 oktober 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.