ECLI:NL:RBDHA:2023:19756
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 8 september 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje volgens hem verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 26 september 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft aangevoerd dat er geen vertrouwen kan worden gesteld in de Spaanse autoriteiten, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft niet voldoende onderbouwd dat hij bij overdracht aan Spanje een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met zijn mensenrechten.
De rechtbank wijst erop dat de Europese Unie regels heeft voor de behandeling van asielaanvragen en dat Nederland een verzoek om overname aan Spanje heeft gedaan, dat door Spanje is aanvaard. Eiser heeft niet aangetoond dat er structurele tekortkomingen zijn in het Spaanse asiel- en opvangsysteem die een bijzonder hoge drempel van zwaarwegendheid bereiken. Bovendien heeft eiser geen asielaanvraag in Spanje ingediend, waardoor zijn persoonlijke ervaringen met de Spaanse asielprocedure niet relevant zijn.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is openbaar gemaakt op 6 oktober 2023.