In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die op 29 november 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd aan eiser, een Guinese vreemdeling. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser tijdens het gehoor voorafgaand aan de maatregel van bewaring zonder rechtsbijstand is gehoord, ondanks dat hij had aangegeven dat hij rechtsbijstand wenste van zijn voorkeursadvocaat. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende inspanningen heeft verricht om de voorkeursadvocaat te benaderen, wat een schending van het recht op rechtsbijstand oplevert. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is en beveelt de opheffing ervan met ingang van 7 december 2023. Daarnaast kent de rechtbank eiser een schadevergoeding toe van € 900 voor de onrechtmatige vrijheidsontneming en veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.