ECLI:NL:RBDHA:2023:19765
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens niet tijdig indienen
In deze zaak heeft eiseres, een Zuid-Afrikaanse, op 5 juli 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Op 17 oktober 2023 heeft eiseres de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De staatssecretaris ontving deze ingebrekestelling op 18 oktober 2023. Eiseres heeft vervolgens op 1 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Tevens stelt de rechtbank vast dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift begint te lopen op de dag na ontvangst van de ingebrekestelling, in dit geval op 19 oktober 2023, en eindigt op 2 november 2023.
Eiseres heeft haar beroepschrift ingediend op 1 november 2023, terwijl de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.