Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
18 januari 2023
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 december 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om haar WIA-uitkering te beëindigen. Eiseres, die zich op 28 januari 2019 ziekmeldde, ontving sinds 25 januari 2021 een WIA-uitkering met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het UWV heeft echter op 9 september 2022 vastgesteld dat eiseres geschikt is voor de maatgevende arbeid, wat leidde tot de beëindiging van haar uitkering. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft bezwaar aangetekend, maar het UWV handhaafde het besluit.
De rechtbank heeft de zaak op 20 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en het UWV aanwezig waren. Eiseres voerde aan dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts onvolledig was en dat haar medische situatie was onderschat. Ze stelde dat verschillende beperkingen uit eerdere beoordelingen ten onrechte waren losgelaten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV zorgvuldig heeft gehandeld en dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op overtuigende wijze heeft gemotiveerd.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft besloten dat eiseres per 9 september 2022 geschikt is voor de maatgevende arbeid. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en dat de proceskosten niet worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de verantwoordelijkheid van de eiseres om haar standpunten in beroep specifiek te onderbouwen.