ECLI:NL:RBDHA:2023:1978
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekster had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend in het kader van haar asielaanvraag, die eerder op 16 januari 2023 door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. De staatssecretaris had bepaald dat verzoekster niet in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning regulier en haar opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, met een inreisverbod voor de duur van twee jaar.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 10 februari 2023, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het beroep van verzoekster geregistreerd onder zaaknummer NL23.2066.
In de uitspraak van 21 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep van verzoekster, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.