ECLI:NL:RBDHA:2023:19813
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis bij haar referent. De rechtbank, zittingsplaats Middelburg, heeft op 12 december 2023 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 14 februari 2023 haar aanvraag ingediend, waarop verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen geen besluit heeft genomen. Eiseres heeft verweerder op 13 september 2023 in gebreke gesteld, waarna het beroep op 29 september 2023 is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig is ingediend en kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder aan eiseres € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd.