ECLI:NL:RBDHA:2023:19891

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
NL23.32506
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 12 oktober 2023, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechter zonder zitting uitspraak doet. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.32505, waarin op het beroep van verzoeker is beslist.

Daarnaast is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. J. de Winter als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32506

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 12 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [1] uitspraak
zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.32505, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde
publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.