ECLI:NL:RBDHA:2023:19919
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens beëindiging procedures door eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat een andere lidstaat, in dit geval Kroatië, verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar op 12 september 2023 heeft hij vrijwillig zijn land van herkomst verlaten. Dit leidde tot de vraag of eiser nog procesbelang had bij zijn beroep.
Tijdens de zitting op 19 september 2023 was eiser niet aanwezig, en zijn gemachtigde is zonder bericht niet verschenen. De rechtbank heeft de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser een verklaring heeft ondertekend waarin hij instemt met de beëindiging van alle openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel. Hierdoor heeft eiser te kennen gegeven dat hij geen belang meer heeft bij de door hem verzochte bescherming in Nederland.
De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, dat bepaalt dat een aanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Eiser had betoogd dat hij nog wel belang had, maar de rechtbank oordeelde dat zijn procesbelang was vervallen. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.