Op 28 november 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2016. Deze machtiging was eerder verleend op 7 juli 2023 en gold tot 16 december 2023. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging te verlengen tot 16 maart 2024, na een mondelinge behandeling waarbij de moeder van [naam01] en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren.
De moeder, die het ouderlijk gezag over [naam01] heeft, heeft aangegeven dat zij zich niet verzet tegen de verlenging van de uithuisplaatsing, maar dat zij hoopt dat deze zo snel mogelijk in een vrijwillig kader kan worden voortgezet. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks de inspanningen van de moeder en de hulpverlening, de opvoedcapaciteiten van de moeder en de opvoedbehoeften van [naam01] niet in balans zijn. [naam01] heeft een bovengemiddelde opvoedbehoefte en heeft extra begeleiding en structuur nodig, wat de moeder momenteel niet kan bieden.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat het belangrijk is dat de moeder een actieve rol blijft spelen in het leven van [naam01] en dat er gewerkt moet worden aan het uitbreiden van het contact tussen hen. De kinderrechter heeft de beslissing om de machtiging te verlengen gemotiveerd door te stellen dat dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam01]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het indienen van hoger beroep.