ECLI:NL:RBDHA:2023:20071
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor derdelander Oekraïne na uitspraak op samenhangend beroep
Op 18 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had aangevraagd. De verzoeker, die een derdelander uit Oekraïne is, had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 24 augustus 2023, meldde dat het recht op tijdelijke bescherming van de verzoeker zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker had hiertegen beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.25425, en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 november 2023 behandeld. Tijdens de zitting waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van de verzoeker en dit beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker een asielaanvraag heeft ingediend en dat hij de behandeling daarvan in Nederland mag afwachten. Gezien deze omstandigheden was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak voor een voorlopige voorziening, en werd het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter, mr. J.Y.B. Jansen, heeft in zijn beslissing ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen.