ECLI:NL:RBDHA:2023:20129

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
23/3899
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om naturalisatie door te late indiening bezwaarschrift

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om naturalisatie door het Kabinet van de Gouverneur van Aruba. Eiser had zijn bezwaarschrift te laat ingediend, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift op 23 februari 2023 afliep, maar eiser diende dit pas op 27 februari 2023 in. Eiser stelde dat hij niet tijdig kon indienen omdat hij wachtte op een gelegaliseerde geboorteakte, maar de rechtbank oordeelde dat hij ook een pro forma bezwaarschrift had kunnen indienen. De rechtbank concludeert dat de termijnoverschrijding aan eiser is toe te rekenen en dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser had ook eerder contact kunnen opnemen met verweerder om zijn situatie te bespreken. De rechtbank oordeelt dat, zelfs als het bezwaar inhoudelijk was behandeld, er geen aanleiding zou zijn geweest om tot naturalisatie over te gaan, gezien de twijfels over zijn nationaliteit en het niet voldoen aan het inburgeringsvereiste. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en hij krijgt het griffierecht niet terug.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/3899

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 december 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats] (Aruba), eiser

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: A. Houben).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van het verzoek om naturalisatie van eiser.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 3 januari 2023 afgewezen, dit is op 12 januari 2023 aan eiser uitgereikt. Met het bestreden besluit van 1 mei 2023 op het bezwaar van eiser is het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder. Ook was er een tolk aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser heeft een verzoek om naturalisatie gedaan bij het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (Kabinet). Dit verzoek is door verweerder afgewezen. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Dit bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser zijn bezwaarschrift te laat heeft ingediend. [1]
Wat vindt eiser in beroep?
3. Volgens eiser heeft verweerder zijn bezwaar onterecht niet-ontvankelijk verklaard. Het was voor hem niet mogelijk om het bezwaarschrift tijdig in te dienen omdat hij nog niet beschikte over een gelegaliseerde geboorteakte. Hij wist niet dat het mogelijk was om alleen een pro forma bezwaarschrift in te dienen en dacht dat dit pas kon op het moment dat hij alle stukken compleet had. Als hij dit wel had geweten, dan had hij dit natuurlijk gedaan. Daarbij komt nog dat het Kabinet de brieven van eiser niet tijdig aan verweerder heeft doorgestuurd. Het belang van eiser bij naturalisatie is erin gelegen dat hij zijn dochter voor haar studie in Nederland woont en last heeft van psychische klachten waardoor eiser, in geval van nood, snel naar Nederland wil kunnen reizen. Het aanvragen van een visum duurt in geval van een noodsituatie te lang. Het is dan ook heel belangrijk voor eiser dat er wel naar zijn verzoek om naturalisatie wordt gekeken.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop de beschikking bekend is gemaakt. In het geval van eiser liep de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift af op 23 februari 2023. Eiser heeft het bezwaarschrift echter pas op 27 februari 2023 bij het Kabinet ingediend. Tussen partijen is verder niet in geschil dat dit te laat is. Eiser geeft nog wel aan dat zijn bezwaarschrift te laat is doorgestuurd door het Kabinet. In dit geval maakt het echter niet uit of het Kabinet er lang over heeft gedaan om het bezwaarschrift te versturen. Eiser was al te laat op het moment dat hij zijn bezwaarschrift bij het Kabinet indiende. Dat eiser heeft aangegeven dat hij niet tijdig bezwaar kon maken omdat hij wachtte op een gelegaliseerde geboorteakte uit Haïti maakt dit verder niet anders. Eiser had een pro-forma bezwaarschrift kunnen indienen. Hij had eventueel ook, vóór het verstrijken van de bezwaartermijn, contact op kunnen nemen met verweerder om zijn situatie te bespreken. Ter zitting is duidelijk geworden dat het contact wat eiser heeft gehad met een medewerker van verweerder zag op de herstel-verzuim brief die hij had ontvangen en dus ná het verstrijken van de bezwaartermijn heeft plaatsgevonden.
4.1.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de termijnoverschrijding eiser is toe te rekenen. Verweerder is dan ook terecht tot de conclusie gekomen dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk is.
5. De rechtbank wil eiser nog wel meegeven dat verweerder op zitting heeft aangegeven echt te hebben gekeken of er iets voor eiser gedaan kan worden. Verweerder heeft zich de vraag gesteld of, als het bezwaar wel inhoudelijk zou zijn behandeld, dan tot naturalisatie zou zijn overgegaan. Dat is volgens verweerder niet het geval, nu hem niet alleen de afwijzingsgrond is tegengeworpen dat er twijfel bestaat over zijn nationaliteit, maar hem ook is tegengeworpen dat niet is voldaan aan het inburgeringsvereiste, waarvan vast staat dat eiser daar niet aan voldoet.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt het griffierecht niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaard het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H.T. van Bruggen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 december 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.artikel 6.6., 6.8., 6.9. en 6.11. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).