ECLI:NL:RBDHA:2023:20130
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering uit het Schadefonds geweldsmisdrijven wegens gebrek aan objectieve aanwijzingen voor geweldsmisdrijf
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering uit het Schadefonds geweldsmisdrijven. De aanvraag werd afgewezen door verweerder op 28 juni 2022, en na bezwaar bleef de afwijzing in stand bij het besluit van 2 december 2022. De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en verweerder aanwezig waren.
Eiseres heeft op 27 juni 2015 een ernstig geweldsmisdrijf meegemaakt, waarbij zij slachtoffer werd van verkrachting. Ondanks dat zij geen aangifte heeft gedaan, heeft zij dit wel aan een vriendin verteld, die een verklaring heeft opgesteld. Eiseres ondervindt nog dagelijks de gevolgen van deze gebeurtenis en is in behandeling bij Yulius en de GGZ. De rechtbank oordeelt echter dat er onvoldoende objectieve aanwijzingen zijn die het geweldsmisdrijf aannemelijk maken. De medische gegevens zijn voornamelijk gebaseerd op de eigen verklaringen van eiseres en de verklaring van de vriendin wordt niet als objectieve aanwijzing beschouwd.
De rechtbank concludeert dat, gezien het ontbreken van aangifte en strafrechtelijk onderzoek, eiseres niet voldoende objectieve aanwijzingen heeft geleverd om aan te tonen dat zij slachtoffer is van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf. Daarom is de afwijzing van de aanvraag door het Schadefonds terecht. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht of vergoeding van proceskosten terug.