Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 12 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen de afgifte van een visum voor kort verblijf, aangevraagd op 8 mei 2023. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 26 september 2023 laten weten geen bezwaar meer te maken tegen de afgifte van het visum. Verzoeker heeft vervolgens zijn beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van de verweerder in de proceskosten.
De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien de verweerder niet tijdig heeft beslist en het beroep van verzoeker kennelijk gegrond is, komt de rechtbank verzoeker tegemoet.
In een bericht van 12 oktober 2023 heeft de verweerder aangeboden om de proceskosten van verzoeker te vergoeden voor een bedrag van € 418,50. De rechtbank ziet geen aanleiding om hier verder op in te gaan. Daarnaast heeft de verweerder zich niet uitgelaten over het door verzoeker betaalde griffierecht. De rechtbank oordeelt dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht van € 184 moet vergoeden, gezien de gegrondverklaring van het beroep.
De rechtbank heeft beslist dat de verweerder het griffierecht van € 184 aan verzoeker moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en is openbaar gemaakt. Verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.