ECLI:NL:RBDHA:2023:20136
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Besluit tot inwilliging asielaanvraag en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft verzoeker op 12 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 21 december 2020 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 18 oktober 2023 de asielaanvraag ingewilligd op basis van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. Na de inwilliging heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De staatssecretaris heeft op 6 november 2023 aangegeven bereid te zijn deze kosten te vergoeden.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien de staatssecretaris niet tijdig op de aanvraag heeft beslist en verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken omdat de staatssecretaris aan zijn verzoek tegemoet is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek om proceskostenvergoeding gegrond is.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.