ECLI:NL:RBDHA:2023:20254
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielaanvraag
In deze zaak heeft verzoekster op 24 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 6 oktober 2023 de aanvraag van verzoekster toegewezen. Na deze toewijzing heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek. De staatssecretaris heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.
De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
In dit geval heeft de staatssecretaris in een bericht van 23 oktober 2023 toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoekster te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de proceskosten van verzoekster zal vergoeden tot een bedrag van € 418,50, gebaseerd op de waarde van het beroepschrift en de wegingsfactor. De rechtbank heeft de staatssecretaris dan ook veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot dit bedrag.