ECLI:NL:RBDHA:2023:20255
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Algerijnse eiser op basis van geloofwaardigheid en zorgvuldigheid in de procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2023, wordt het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.G. Brands, had op 4 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 31 oktober 2023 als ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 23 november 2023 behandeld, waarbij de eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht de aanvraag heeft afgewezen. De eiser stelde dat hij vanwege zijn seksuele geaardheid in Algerije werd bedreigd en mishandeld, maar de rechtbank vond zijn verklaringen ongeloofwaardig. De staatssecretaris had de relevante elementen van het asielrelaas van eiser als ongeloofwaardig beoordeeld, met name omdat eiser geen overtuigende uitleg gaf over zijn seksuele geaardheid en de omstandigheden in zijn thuisland. De rechtbank concludeert dat de procedure correct is gevolgd en dat de eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na verzending.