ECLI:NL:RBDHA:2023:20276
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 20 december 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een man van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 2 november 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 7 december 2023, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. V.M. Oliana en waar M. Kada als tolk optrad, is het verzoek behandeld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.J. Metselaar.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in een andere zaak (NL23.35425) op dezelfde datum, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.