Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om een schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die de Poolse nationaliteit heeft. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, had op 7 februari 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt.
De rechtbank heeft de zaak op 15 februari 2023 behandeld in Breda, waar eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, aanwezig was. De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring is opgelegd in het belang van de openbare orde, omdat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser stelt dat hij rechtmatig verblijf heeft, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Polen inspanningen heeft verricht om een duurzaam verblijf op te bouwen.
De rechtbank concludeert dat het verwijderingsbesluit van 14 oktober 2021 nog steeds van kracht is en dat de maatregel van bewaring terecht is opgelegd. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank wijst erop dat verweerder geen proceskosten hoeft te betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.