ECLI:NL:RBDHA:2023:20289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
NL23.34655
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielberoep

In deze zaak heeft verzoeker, geboren op [geboortedatum] en van Jemenitische nationaliteit, op 2 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 18 maart 2022. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 21 november 2023 een besluit genomen op de aanvraag. Op 1 december 2023 heeft verzoeker het beroep ingetrokken en verzocht om de staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld te reageren op dit verzoek, waarop de staatssecretaris heeft aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker, en heeft in een bericht van 14 december 2023 toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoeker te betalen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot het genoemde bedrag. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van F.Q. Peters, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de bekendmaking van deze uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.34655

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

geboren op [geboortedatum] ,
van Jemenitische nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. H.J. Janse),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 2 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 18 maart 2022.
De staatssecretaris heeft op 21 november 2023 een besluit genomen op de aanvraag.
Verzoeker heeft op 1 december 2023 het beroep ingetrokken en daarbij verzocht om de staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. De staatssecretaris heeft hierop gereageerd. De staatssecretaris is bereid de proceskosten voor het indienen van het beroep niet tijdig beslissen in onderhavige procedure te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
3. Gelet op de gedingstukken en het hiervoor weergegeven procesverloop is de staatssecretaris tegemoet gekomen aan het beroep van verzoeker.
4. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in het bericht van 14 december 2023 heeft toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoeker te zullen betalen. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van F.Q. Peters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.