ECLI:NL:RBDHA:2023:20305

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
NL23.29869 en NL23.29871
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake griffierecht en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure

Op 18 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.29869 en NL23.29871. Deze uitspraak volgde op een verzoek van de gemachtigde van de verzoekers, mr. M.H. Steenbergen, die op 14 december 2023 een kennelijke misslag in de eerdere uitspraak van 15 november 2023 aan de rechtbank had gemeld. De rechtbank constateerde dat in de eerdere uitspraak niet was opgenomen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, het door de verzoekers betaalde griffierecht diende te vergoeden.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank de rechtsoverwegingen en het dictum van de eerdere uitspraak gecorrigeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeken van de verzoekers als kennelijk gegrond moeten worden toegewezen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers tot een bedrag van € 418,50, en heeft bepaald dat verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht van € 368 moet vergoeden. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat de beroepen enkel betrekking hadden op het niet tijdig nemen van een besluit.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. E.C. Jacobs, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.29869 en NL23.29871

hersteluitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[namen verzoekers] , verzoekers

V-nummers: [V-nr.'s]
(gemachtigde: mr. M.H. Steenbergen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Overwegingen

Naar aanleiding van het bericht van de gemachtigde van verzoekers van 14 december 2023 stelt de rechtbank vast dat de uitspraak van 15 november 2023 een kennelijke misslag bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. Die misslag houdt in dat in rechtsoverweging 3 en in het dictum van de uitspraak niet is opgenomen dat de rechtbank verweerder opdraagt het door verzoekers betaalde griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verbetert rechtsoverweging drie en het dictum van haar uitspraak van 15 november, zaaknummers: NL23.29869 en NL23.29871, als volgt:
“3. De verzoeken worden als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt
verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten en bepaalt dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht van € 368 moet vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 (2 samenhangende zaken, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een
waarde per punt van € 837 met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de
wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien de beroepen alleen zien op het niet tijdig
nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van €
418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent);
- bepaalt dat verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht van € 368 (driehonderdachtenzestig euro) moet vergoeden.”
Deze hersteluitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.