ECLI:NL:RBDHA:2023:20335

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
C/09/656973 JE RK 23-2281
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023 een beschikking gegeven over een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [naam01], geboren in 2005. Het verzoek tot deze machtiging is ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer. De kinderrechter heeft de moeder van [naam01] als belanghebbende aangemerkt. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 17 november 2023 bij de rechtbank is ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 5 december 2023, waarbij de betrokken partijen aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] een belast verleden heeft, waaronder vermoedelijke verwaarlozing en huiselijk geweld. Er is bij haar een autismespectrumstoornis gediagnosticeerd, en ze heeft sinds 2013 in verschillende zorginstellingen gewoond. De kinderrechter heeft eerder al een machtiging verleend voor een gesloten plaatsing, die op 8 december 2023 zou aflopen. Het college verzoekt nu om een verlenging van deze machtiging voor de duur van drie maanden, te beginnen op het moment dat [naam01] meerderjarig wordt.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is voor de veiligheid van [naam01] en om haar behandeling voort te zetten. De kinderrechter heeft de machtiging verleend, met de verwachting dat er binnen drie maanden een passende woonplek voor [naam01] gevonden zal worden. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 19 december 2023, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/656973 / JE RK 23-2281
Datum uitspraak: 5 december 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer,
hierna te noemen: het college,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2005 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. D.M. Siemerink-Looten te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 17 november 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 23 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 december 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met haar advocaat;
- de moeder;
  • [naam03] namens van het college;
  • [naam04] , de pedagogisch medewerker van [naam01] , als toehoorder.
1.3.
De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting een kort gesprek met [naam01] gevoerd in aanwezigheid van haar advocaat. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[naam01] is erkend door de heer [naam05] .
2.2.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft in een gesloten groep van [naam06] .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 15 augustus 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 8 december 2023.

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden vanaf het moment dat zij meerderjarig wordt en de huidige machtiging afloopt.
3.2.
Het college motiveert dit verzoek als volgt. [naam01] heeft een belast verleden vanwege het meemaken van vermoedelijke verwaarlozing, huiselijk geweld, een suïcidepoging van haar biologische vader, fysieke mishandeling, vermoedelijk seksueel misbruik, scheiding en uithuisplaatsing. Bij [naam01] is een autismespectrumstoornis gediagnosticeerd. Wegens toenemende gedragsproblemen heeft zij sinds 2013 bij verschillende open en gesloten (crisis)groepen van zorginstellingen gewoond, afgewisseld met periodes van thuis en bij opa en oma (moederszijde). Uit onderzoek is naar voren gekomen dat [naam01] een gemiddelde intelligentie heeft, maar dat er sprake is van een gedeeltelijk disharmonisch profiel waarbij [naam01] sterk is in het opslaan van informatie maar zwak in het integreren van informatie tot een geheel. Ook is uit onderzoek naar voren gekomen dat [naam01] een hoge mate van sociaal emotionele gedragsproblemen vertoont. Bij twijfel of onduidelijkheid stijgt haar spanning snel en komen er paniekgevoelens op. Op momenten van boosheid wordt het soms zwart voor haar ogen, weet ze niet meer wat ze doet en kan ze zich soms dingen niet herinneren.
In de eerste weken op [naam06] was [naam01] ontregeld en overprikkeld. Na incidenten is [naam01] eind maart overgeplaatst naar ZIKOS. Bij ZIKOS werd gezien dat [naam01] niet op een adequate manier met spanningen om kan gaan. De uitingsvorm van deze spanningen is voornamelijk door middel van verbale en fysieke agressie en dreigen, maar er kan ook sprake zijn van automutilatie of het doen van suïcidale uitspraken. Sinds [naam01] terug is geplaatst op [naam06] heeft zij een strak dagprogramma. Op dit moment laat [naam01] wisselend gedrag zien. Het ene moment is [naam01] vrolijk in contact, maar het andere moment kan ze omslaan. Hierbij komt fysieke en verbale agressie kijken. De verantwoordelijkheden op [naam06] kunnen mondjesmaat stap voor stap worden uitgebreid.
Vanuit [naam06] wordt toegewerkt naar een passende vervolgplek waar [naam01] beschermd zal gaan wonen en verder behandeld zal worden. Er is de afgelopen tijd gezocht naar een LVB+ woonvoorziening. Deze zoektocht is opgeschaald naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Om te voorkomen dat [naam01] zich straks van de ene crisisplek naar de andere moet verplaatsen, hebben [naam06] en JGH in overleg met [naam01] en de moeder besloten om de gesloten plaatsing na haar meerderjarigheid te verlengen. Het is belangrijk dat [naam01] in een gesloten setting verblijft waar zicht is op haar acute veiligheid en waar zij zich niet kan onttrekken aan ondersteuning en zicht van volwassenen. Het is van belang dat zij haar behandeling kan continueren, in afwachting van een passende woonplek. Het college hoopt dit binnen drie maanden te kunnen realiseren.

4.De standpunten

4.1.
De moeder stemt in met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
4.2.
[naam01] heeft heel duidelijk aan de kinderrechter aangegeven dat zij het eens is met het verzoek en daar niet te lang over wil praten tijdens de zitting. Het is goed zoals het plan is uitgedacht. Zij wil graag dat het op die manier wordt uitgevoerd. Subsidiair refereert de advocaat zich aan het oordeel van de kinderrechter.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van drie maanden vanaf de dag dat [naam01] meerderjarig wordt. Daarbij overweegt de kinderrechter dat het voortduren van de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam01] te waarborgen en het vervolgtraject in een beschermde woonomgeving vorm te geven, nu het niet is gelukt om dit voor de meerderjarigheid te realiseren. De kinderrechter begrijpt dat [naam01] direct zal worden overgeplaatst vanuit [naam06] wanneer een dergelijke plek voor haar gevonden is. Gelet op de toelichting van het college verwacht de kinderrechter dat deze plek voor [naam01] binnen drie maanden gevonden kan worden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 8 december 2023 tot 8 maart 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.B. van der Velden als griffier, en op schrift gesteld op 19 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.