ECLI:NL:RBDHA:2023:20380
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke bescherming voor verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P. Zijlstra, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Dit besluit was genomen op 17 augustus 2023. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl het beroep geregistreerd was onder zaaknummer NL23.27127.
De zitting vond plaats op 10 november 2023, waar zowel verzoeker als de staatssecretaris, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, aanwezig waren. Na behandeling van het verzoek heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker, dat ongegrond werd verklaard. Hierdoor was het treffen van een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.