ECLI:NL:RBDHA:2023:20381
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming
In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris, dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Dit besluit was genomen op 29 augustus 2023. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl het beroep geregistreerd was onder zaaknummer NL23.26907.
De zitting vond plaats op 10 november 2023, waar verzoeker en de staatssecretaris zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na behandeling van het verzoek heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker, dat ongegrond werd verklaard. Hierdoor was het treffen van een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter, mr. A. Nieuwenhuis, heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.