ECLI:NL:RBDHA:2023:20438

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
NL23.26204
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Boerlage - van den Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders in het bestuursrecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023, wordt het beroep van eiseres, een derdelander van Marokkaanse nationaliteit, tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Het betreft de beëindiging van haar tijdelijke bescherming, zoals geregeld in Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382. De Staatssecretaris had op 23 augustus 2023 aan eiseres medegedeeld dat haar recht op tijdelijke bescherming zou eindigen op 4 september 2023. Dit besluit volgde op een voornemen dat op 30 juni 2023 was gecommuniceerd, en de asielaanvraag van eiseres was op 30 mei 2023 buiten behandeling gesteld.

Tijdens de zitting op 24 november 2023, waar de gemachtigden van zowel eiseres als de Staatssecretaris aanwezig waren, heeft de rechtbank de beroepsgronden van eiseres beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om de beslissing aan te houden in afwachting van uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over vergelijkbare zaken. Eiseres had de mogelijkheid om haar zienswijze te geven over het voorgenomen besluit, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming van eiseres rechtmatig was. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.26204

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres,

van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. R.S. Nandoe),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. L.O. Augustinus).

Procesverloop

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 23 augustus 2023 waarbij verweerder aan eiseres heeft medegedeeld dat haar recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG (de Richtlijn) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 (het Uitvoeringsbesluit), eindigt op 4 september 2023.
1.1.
Op 30 juni 2023 heeft verweerder zijn voornemen kenbaar gemaakt om de tijdelijke bescherming van eiseres op 4 september 2023 te beëindigen. Op 30 mei 2023 is de asielaanvraag buiten behandeling gesteld. Verder is het bestreden besluit genomen, waartegen het beroep zich richt.
1.2.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 24 november 2023 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de beëindiging van de tijdelijke bescherming aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Allereerst ziet de rechtbank geen reden om de beslissing in onderhavige procedure aan te houden totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan in lopende hoger beroepsprocedures over de beëindiging van de tijdelijke bescherming. Het verzoek namens eiseres hiertoe wordt dan ook afgewezen.
4. Bij uitspraak van 30 oktober 2023 heeft deze rechtbank en zittingsplaats geoordeeld dat verweerder bevoegd was de tijdelijke bescherming voor de groep die is aangeduid als facultatieve groep te beëindigen. Er is geen aanleiding gezien prejudiciële vragen te stellen (ECLI:NL:RBDHA:2023:16291). Wat eiseres daartegen in deze zaak heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
5. De rechtbank stelt vast dat eiseres in de gelegenheid is gesteld haar zienswijze te geven over het (voorgenomen) besluit, maar hiervan geen gebruik heeft gemaakt. Onder verwijzing naar de hiervoor onder 4. genoemde uitspraak (rechtsoverweging 7.2.) is de rechtbank van oordeel dat verweerder heeft kunnen afzien van een individueel gehoor.
6. Namens eiseres is (eerst) ter zitting naar voren gebracht dat zij in Nederland werkt en studeert. De rechtbank ziet hierin echter geen grond voor het oordeel dat verweerder geen gebruik kon maken van de bevoegdheid de tijdelijke bescherming te beëindigen.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak bekend is gemaakt. U ziet deze datum hierboven.