ECLI:NL:RBDHA:2023:20444
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023, wordt het beroep van eiser, een Nigeriaanse man, tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Het besluit, genomen op 29 augustus 2023, beëindigde de tijdelijke bescherming van eiser, die was verleend op basis van de Richtlijn 2001/55/EG. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiser, die onder andere betogen dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming in strijd is met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van 30 oktober 2023, waarin werd geoordeeld dat de Staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat er geen aanleiding is voor prejudiciële vragen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er een ondubbelzinnige toezegging is gedaan door de Staatssecretaris, waardoor zijn beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.
De rechtbank concludeert dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet onevenredig is en dat de Staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat het besluit noodzakelijk is om de druk op de opvangcapaciteit te verminderen. Eiser's beroep op het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel wordt eveneens afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van gelijke gevallen tussen de verschillende groepen ontheemden, en dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming van eiser in overeenstemming is met de wetgeving. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.